Zelf je camera instellen? Dit moet je weten.

Wil je jouw fotografie graag verbeteren, maar kies je vaak voor de (half) automatische stand omdat je niet goed weet wat de cijfers op je scherm betekenen en wat ze doen? Loop je er tegenaan dat je in sommige lichtsituaties niet het beeld kunt maken dat je in je hoofd hebt, omdat je fotocamera voor jou bepaalt met welke manuele instellingen het de foto maakt? Voordat je je camera goed handmatig kunt instellen, is het van belang om te weten wat de handmatige instellingen betekenen en welk effect het heeft als je ze aanpast. In dit artikel behandel ik wat de sluitertijd, het diafragma, de ISO-waarde en witbalans betekenen. Dit zijn de belangrijkste manuele instellingen voor het maken van een goed belichte foto. Na het lezen van dit artikel begrijp je beter waar de cijfers op je camera over gaan. In een volgend artikel behandel ik hoe je deze instellingen in combinatie met elkaar kunt gebruiken, zodat jij jouw fotografie naar een hoger level kunt tillen.

Camera instellingen voor deze foto: sluitertijd 1/4000, diafragma F4.0, ISO-waarde 3200.

De body en lens van een camera

Voordat we verdergaan, is het belangrijk om te weten dat we in fotografie een onderscheid maken tussen de body en lens van een fotocamera. De body is het gedeelte van de camera waar de ontspanningsknop op zit. Bij systeemcamera’s, spiegelreflexcamera’s en spiegelloze camera’s kan de lens worden losgekoppeld van de body. Anders dan de sluitertijd, ISO waarde en witbalans, die alle drie invloed hebben op de body van de camera, heeft het diafragma als enige manuele instelling invloed op de lens.

Om de snelle beweging van dit onderwerp scherp op de foto te krijgen, is een zeer korte sluitertijd nodig. (Camera instellingen voor deze foto: sluitertijd 1/4000, diafragma F6.3, ISO-waarde 800.)

Sluitertijd instellen

Wat is sluitertijd?

De sluitertijd heeft betrekking op de sluiter, dat als het ware een gordijn in de body van je camera is. De sluiter opent en sluit als er een foto wordt gemaakt. Hoe snel dit moet gebeuren, geef je aan met de sluitertijd.

Hoe bepaal je de juiste sluitertijd?

Hoe langer de sluiter open is, hoe meer licht er binnenkomt. Dat resulteert in een lichtere foto. Maar let op: de sluitertijd is ook verantwoordelijk voor het bevriezen van beweging. Bijvoorbeeld: bij een rennend paard wil je dat de snel bewegende benen ook scherp op de foto komen. Je kunt je voorstellen: hoe meer en hoe sneller je onderwerp beweegt, hoe sneller het gordijntje moet openen en sluiten om onscherpte in je foto (bewegingsonscherpte) te voorkomen. Je spreekt dan van een korte sluitertijd. De tijd waarbinnen de sluiter open en dicht moet is namelijk kort.

De vuistregel is dat je met een sluitertijd langer dan 1/60 seconde niet meer uit je hand kunt fotograferen. Je beweegt zelf namelijk ook onvermijdelijk wat tijdens het maken van een foto en dat kan leiden tot een onscherp resultaat. In de praktijk is een sluitertijd van 1/60 al behoorlijk lang en is het meestal erg lastig om met deze instelling een scherpe foto te maken van een stilstaand onderwerp, laat staan van een onderwerp in beweging. Zelf probeer ik het liefst op een sluitertijd van 1/125 seconde of korter te blijven.

Situaties waarin je een langere sluitertijd wilt gebruiken, zijn hoofdzakelijk momenten waarin je juist gebruik wilt maken van die onscherpte in je foto, zoals bij watervallen of auto’s. Andere situaties waarin je een langere sluitertijd gebruikt en wél graag een scherpe foto wilt, is als je in dusdanig donkere situaties terechtkomt dat je geen andere keus hebt dan je sluitertijd aan te passen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het fotograferen van een sterrenhemel of bij donkere interieurs waar je toch met bestaand licht wilt fotograferen. Het gebruik van een statief is dan wel essentieel om bewegingsonscherpte te voorkomen.

Samengevat: hoe korter je sluitertijd, hoe scherper bewegingen op beeld worden vastgelegd. Maar ook: hoe donkerder je foto. Het deurtje gaat korter open, dus er komt minder licht naar binnen. Bij een langere sluitertijd wordt je foto lichter, maar de kans op een bewogen foto wordt ook groter.

Het kopje van de voorste kolibrie is scherp, de achterste onscherp. Voor deze foto is een lager diafragmagetal gebruikt. (Camera instellingen voor deze foto: sluitertijd 1/800, diafragma F4.0, ISO-waarde 640.)

Diafragma instellen

Wat is diafragma?

Diafragma is de benaming van de opening in de lens. Ook het diafragma is een soort gordijn, maar dan in een ronde vorm. Hoe wijder het diafragma openstaat, hoe meer licht er binnenkomt. Het diafragma heeft, net als de sluitertijd, invloed op de belichting van je foto. Tegelijkertijd bepaald het diafragma hoeveel scherptediepte de foto krijgt. Reguliere camera’s behandelen scherpte als het ware als recht opstaande vlakken die strak achter elkaar staan. Hoe meer scherptediepte, hoe meer van die vlakken scherp zijn. Om dat te verduidelijken met een voorbeeld: als je een portret maakt, kan het puntje van de neus van de geportretteerde scherp zijn en de ogen onscherp. De ogen bevinden zich immers achter de neus en dus dieper in het beeld en vallen dus onder een ander scherptevlak. Het diafragmagetal wordt met de letter F aangeduid.

Hoe bepaal je het juiste diafragma?

Door het diafragmagetal aan te passen, vertel je jouw camera hoe groot de opening in je lens moet zijn voor het maken van de foto. De grootte van het diafragma bepaalt twee factoren:

  1. De hoeveelheid licht in een foto.

    • Bij een grote opening in de lens komt er meer licht binnen. Dit zorgt voor een lichtere foto.

    • Bij een kleine opening in de lens komt er minder licht binnen. Dit zorgt voor een donkerdere foto.

  2. De hoeveelheid scherptediepte in de foto. Anders gezegd: hoeveel diepte in je foto moet scherp zijn?

    • Hoe hoger het diafragmagetal, hoe meer diepte in je foto scherp is. Bijvoorbeeld: bij het maken van een groepsfoto waarbij mensen vaak naast, maar ook achter elkaar staan, wil je meer diepte in de foto scherp, dus hier heb je een hoog diafragmagetal nodig.

    • Hoe lager het diafragmagetal, hoe minder diepte in je foto scherp is. Bijvoorbeeld: als je een bloemetje in de voorgrond scherp wilt hebben en de plantjes in de achtergrond onscherp, stel je een laag diafragmagetal in.

 

Feitje

De term scherptediepte wordt regelmatig verkeerd gebruikt. Misschien herken je het wel: ‘Ik wil een grote scherptediepte in mijn foto’, waarmee meestal bedoelt wordt dat de voorgrond scherp en de achtergrond onscherp moet zijn. De term scherptediepte wordt dan meer opgevat als het verschil tussen scherp en onscherp. In werkelijkheid betekent een grote scherptediepte dat een groot deel van de foto scherp is. Eigenlijk is de term weinig scherptediepte hier dus juist.

Omdat er (te) weinig licht binnenkwam om alleen met sluitertijd en diafragma tot een goed belichte foto van dit interieur te maken met alleen de sluiter, heb ik de ISO-waarde naar boven bijgesteld. (Camera instellingen voor deze foto: sluitertijd 1/30, diafragma F4.0, ISO-waarde 1000.)

ISO-waarde instellen

Wat is ISO-waarde?

Wat betekent ISO? De ISO-waarde bepaalt de lichtgevoeligheid van de sensor in je camera. Dit is de laatste manuele instelling die de belichting van je foto beïnvloedt.

Hoe bepaal je de juiste ISO-waarde?

Hoe hoger de ISO-waarde, hoe lichter je foto. Het grote nadeel van een hoge ISO-waarde is dat het ook ten koste gaat van de kwaliteit van je foto. Het veroorzaakt ruis die helaas niet te vergelijken is met een mooie analoge korrel. Daarom wil je de ISO-waarde het liefst zo laag mogelijk houden. Hoe lager het ISO getal, hoe fijner de kwaliteit van je foto is.

De ISO waarde is wel een ontzettend handige tool in donkere situaties waarmee je met overige instellingen niet toekomt. Veel van mijn collega’s gebruiken met gemak hogere ISO getallen, omdat de kwaliteit van met name professionelere camera uitvoeringen steeds beter wordt. Zelf ben ik over het algemeen erg voorzichtig met hoge ISO getallen. Zelfs met een professionele camera kom het liefst niet boven een ISO-waarde van 800. Uitzonderingen daar gelaten natuurlijk, zoals de foto aan het begin van dit artikel. Soms kun je simpelweg niet anders. Experimenteer vooral zelf met de uitkomst van verschillende ISO getallen, zet de beelden op de computer en bepaal wat voor jou acceptabel is. Goed om in je achterhoofd te houden, is dat het verlies aan kwaliteit als gevolg van een hoog ISO getal vooral zichtbaar wordt als je een foto op groter formaat print.

Met de witbalans bepaal je de kleurtemperatuur van je foto. Je kunt de witbalans achteraf nog gemakkelijk wat bijstellen in een fotobewerkingsprogramma. Soms kun je met juist een warmere of koelere kleurtemperatuur een sfeer bepalen voor je foto. (Camera instellingen voor deze foto: sluitertijd 1/100, diafragma F4.0, ISO-waarde 400.)

Witbalans instellen

Wat is witbalans?

Witbalans is de enige manuele instelling die niets verandert aan de belichting van de foto. Deze handmatige instelling bepaalt welke kleurtemperatuur je foto krijgt. In fotografie drukken we dit uit in graden Kelvin. Daglicht staat gelijk aan een kleurtemperatuur van 5500 graden Kelvin. Hoe lager het getal, hoe koeler je beeld wordt.

Hoe bepaal je de juiste witbalans?

Zeker als je net begint met fotograferen, kun je gebruik maken van de voorinstellingen van je camera. Er zijn aparte standen voor o.a. daglicht, bewolking, TL-licht en kunstlicht. Zodra je wat verder bent met fotograferen kun je de witbalans van je camera zelf instellen. Je kiest dan voor stand ‘K’. Zelf heb ik mijn witbalans standaard op 5500 graden Kelvin staan, behalve als ik in avondsituaties of interieurs fotografeer waar veel warme verlichting is. Dan stel ik het getal naar beneden bij. Het voordeel is: de witbalans is achteraf nog gemakkelijk aan te passen in Photoshop of Lightroom. Maar bij voorkeur kies je tijdens het fotograferen al wel het juiste uitgangspunt.

Met een A4 kun je je camera ook laten zien wat ‘echt wit’, zodat hij op basis daarvan kan bepalen welk getal ingesteld moet worden. Naar mijn ervaring wordt dit alleen maar weinig gedaan. Een populairder alternatief is het gebruik van kleurenkaarten die speciaal voor dit doeleinde ontworpen zijn. Deze worden veel gebruikt tijdens productfotografie voor webshops of brochures, waarbij het van belang is dat de kleuren op de foto er realistisch en betrouwbaar uitzien.

Esmée Franken

Ik ben Esmée Franken - fotograaf en het gezicht achter Wander to Wonder. Eén van mijn favoriete bezigheden is het maken van prikkelende reisreportages. Voor mezelf, maar ook voor uiteenlopende opdrachtgevers zoals Transavia, Flair en Santé. Met behulp van beeld en tekst probeer ik een gedegen basis te leggen voor iedere bestemming, opdrachtgever en de meer avontuurlijke reiziger.

https://www.wandertowonder.nl
Vorige
Vorige

Bijzonder slapen Nicaragua: eco-lodge Isleta El Espino

Volgende
Volgende

Complete reisroute San Pedro de Atacama met een huurauto + tips